1. Beteugel beginrijm bestendig.
2. Passieve constructies worden het best vermeden.
3. Vermijd clichés als de pest. Ze zijn een doorn in het oog.
4. Vergelijkingen zijn even slecht als clichés.
5. Wees min of meer specifiek.
6. Schrijvers mogen nooit veralgemenen.
Zeven. Wees consistent!
8. Draai niet rond de pot. Kom meteen tot de kern van de zaak. Gebruik niet meer woorden dan nodig en zeg geen onnodige en overbodige dingen.
9. Wie houdt van retorische vragen?
10. Een overdrijving is duizend keer erger dan een understatement.
11. Schrijf nooit zinnen van één woord lang. Nooit.
12. Vermijd ampersands & afkortingen, etc.
13. Vreemde woorden en zinnen zijn niet appropriate.
14. Vloek fucking nooit.
15. Gebruik geen aanhalingstekens. Zoals ik altijd zeg: “Ik haat aanhalingen. Vertel me wat jíj weet.”
Nog vragen? 😉